Kan ik verbouwingen in een pand dat niet van mij is afschrijven ?

Onlangs viel ons oog op interessante rechtspraak over verbouwingen in een pand & de fiscale behandeling hiervan. Daarbij had een fietshersteller een ruimte in de woning van zijn moeder laten verbouwen tot atelier. Het plan van de ondernemer was om deze verbouwingswerken op een termijn van 10 jaar af te schrijven als beroepskosten. Maar dat werd geweigerd door de fiscus.

Waarom? Omdat de werken werden uitgevoerd in een pand waar de ondernemer in kwestie geen eigenaar van was. De Brusselse rechtbank volgde de redenering van de fiscus en stelde dat de fietshersteller geen rechten heeft op het gebouw dat niet van hem is.

Principes van natrekking & inherente bestanddelen

De rechtbank vertrok daarbij van het principe van natrekking: wie eigenaar is van een gebouw, wordt in principe ook eigenaar van de werken aan het gebouw. Zelfs als iemand anders ze betaalt. Dit gebeurt ook onmiddellijk.

Volgens het burgerlijk recht wordt een eigenaar van een goed automatisch eigenaar van alle inherente bestanddelen. Lees: alles wat u niet kan verwijderen zonder het pand te beschadigen. In dit voorbeeld ging het onder andere over tegels, elektriciteit en sanitair. Dingen die u kan verplaatsen -zoals meubels of machines- vallen hier dus niet onder.

En wat met verbouwingswerken in een ruimte die ik huur?

Dat vormt geen probleem, want bij het huren van een pand wordt de natrekking uitgesteld tot aan het einde van het huurcontract (tenzij anders overeengekomen in het huurcontract). Tijdens de duur van dit contract blijft u dus ‘eigenaar’ van de verbouwingswerken en kan u ze met een gerust hart afschrijven.

Wat als de verhuurder bepaalde werken contractueel verplicht?

Die kan de kostprijs van de werken laten belasten als huurvoordeel. Voor u vormt dit geen probleem, want u kan de verbouwingskosten inbrengen als huur. Net als de afschrijvingen wordt dat type kosten gespreid over de looptijd van uw contract.

Heb je hierover vragen? Contacteer ons.